De lieve, de vroolyke, de gezonde
Tine van
Berken, ze heeft veel navolgstertjes gevonden
in meisjes en jonge vrouwen, die aardig ver-
telden en er slag van hadden, een meisjes-
verhaal in elkander te zetten. Het is geen
heksentoer, om in dat genre iets dragelyks
voor den dag te brengen, maar meer dan dra-
gelijk zyn die verhalen dan ook vaak niet,
en het is zeer de vraag, of er eenig goeds van
uitgaat voor de vorming van het opgroeiend
vrouwely'k geslacht en of de uren, besteed
aan de lectuur van lange reeksen jonge-meisjes-
boeken, niet even prettig en oneindig veel
doeltreffender op andere wyze konden worden
gevuld.
Namen willen we hier niet noemen, maar
wie een fondscatalogus van den uitgever van
deze School-idyllen inziet, krygt eenig denk-
beeld van den stortvloed van meisjeslectuur,
uitgegoten over de hoofden van burgerscholie-
ren en kostschoolmeisjes. Ze schieten uit den
grond op als de mooie zwammen tegenwoordig
in het bosch, maar ze zyn lang niet zoo ver-
schillend van tinten en vormen, ze bieden in
de verste verte niet de ryke verscheidenheid
aan, die den weelderigen paddestoelengroei
kenmerkt.
Want deze "inktzwammetjes" zyn maar al
te dikwyls op wat mageren grond gegroeid,
en al is de echte inktzwam op 't punt van
zyn groeiplaats niet kieskeurig, de welig
opschietende geestesproducten, die ons als
meisjeslectuur worden voorgezet, zyn dat wél.
Zy moeten, om te slagen, gegroeid zyn op een
degelyk voorbereiden bodem, anders werken
ze maar al te licht de neiging tot oppervlak-
kigheid in de hand en de zucht om by zoetelyk
tydverdryf de uren zich aan elkander te laten
ry'gen.
Het zyn niet allen Tine van Berkens, die
in de voetstappen van deze schry'fster heb-
ben trachten te gaan, en haar buitenland-
sche collega's, van wie we hier vertalingen in
menigte zien verschenen, kunnen op enkele
uitzonderingen na niet in haar schaduw staan.
Om de oude quaestie van 't geroepen en het
uitverkoren zyn, eens even te pas te brengen,
't is ook hier waar, dat velen geroepen schjjnen,
en dat weinigen zyn uitverkoren.
En het middelmatige werk in dit genre doet
vooral kwaad, omdat het genre zelf naar onze
meening niet recht van harte toejuiching ver-
dient. Onze jonge meisjes van zestien a achttien
leeren op school goede klassieke dingen ken-
nen in uren van letterkunde; men moet
aannemen, dat haar smaak er gevormd wordt
voor de waardeering van het wezenlyk mooie,
laten ze dan ook in de uitspanningsuren pro-
fiteeren van wat er goeds voor groote menschen
is geschreven.
Ze doen dat trouwens, zooals wy allen weten,
en 't gevolg is, dat die zoogenaamde jonge
damesboeken in handen komen van veel
jonger kinderen. Een twaalfjarige hoorde ik
dezer dagen zeggen, dat ze Driftkopje verloofd
had gekregen, en zoo gaat het met byna alles
in het genre, 't geen werkelyk dikwy'ls jammer
is, omdat veel van het echt gevoelde en mooie
erin nog buiten het bereik ligt van kinderen
van dien leeftijd.
Het zou te wenschen zyn, dat het etiket
"voor jonge meisjes" maar verdween, en men
kan er gerust op wezen, dat wie wezenly'k iets
goeds kan leveren, zeer wel tot uiting zal
komen ook zonder dit noodbruggetje. |
Top Naeff heeft met haar tooneelwerk
De Genadeslag
reeds getoond, wat zy vermocht, en zonder
twyfel zal zij later meer en ander werk leveren
dan dit meisjesboek.
Konden haar »School-idyllen" als hekkensluitertje dienen, wat zouden
ze een waardig slot vormen van de serie !
Het doet ons genoegen, het op verzoek der
redactie te mogen aankondigen, want het is
waarlyk een juweeltje in zyn soort. Het is zoo
vlot en prettig geschreven; er zit pit en leven-
digheid in en gloed, en de
karakterteekening
van het viertal leden van de "krans" is uit-
stekend geslaagd. Kostelyke schoolgrappen
worden er in verteld; de guitige schry'fster
levert op 't randje af van gevaarlyke lectuur,
zulke uiige ondeugendheden verzint ze, haast
te uitlokkend voor onze schoolmeisjes, om niet
eens in praktyk te brengen. En de nadruk-
lyke, pittige manier van zeggen geeft een aar-
dig cachet aan de eenvoudigste dingen.
Zoo by voorbeeld: »'t Was handwerkles;
alle meisjes waren bezig aan een klein hemdje,
te groot voor een pop en te klein voor een
kind, nonsenswerk, waar geen sterveling plezier
van had volgens Noes, die beweerde, liever
den hongerdood te willen sterven, dan met
naaien den kost te verdienen. Dat van Jet
lag meer onder de bank dan erop en zag als
roet! Alleen Jeanne had 't hare al af, keurig
schoon en werkte nu aan een dito broekje."
Jet, die van het zwarte hemdje, is eigenly'k
de hoofdpersoon, en een innig sympathiek
heldinnetje is het; by haar ziekte en haar
dood weet de schryfster zonder sentimentaliteit
ons diep te ontroeren, zooals zy de lezers in
het hart weet te grijpen by de beschriyving
van den concertavond met dat eenvoudige,
maar zoo treffend tragische slot.
Oudere menschen zullen niet verzuimen,
met deze schoolidyllen kennis te maken, wan-
neer zy ze toevallig in handen krygen. Wie
het boek opslaat, om het te keuren qua lectuur
voor een jeugdig nichtje of vriendinnetje, zal
lezen en blyven lezen; de stroom van frissche
opgewektheid voert hem mee of hy wil of niet,
en wie door Koppenols goedgeslaagde illustra-
ties gelokt, meent, dat hy 't wel by prentjes
kyken zal laten, is, voor hy 't weet, naar den
tekst afgedwaald en wordt langs 't zoete lyntje
meegenomen.
F. J. VAN UILDRIKS.
|