Jonge-meisjeslectuur.   

School-idyllen, door  Top Naeff

Met 8 platen naar teekeningen van C.
KOPPENOL.
Amsterdam., H. J. W. Becht 1900.

 
De lieve, de vroolyke, de gezonde Tine van
Berken, ze heeft veel navolgstertjes gevonden
in meisjes en jonge vrouwen, die aardig ver-
telden en er slag van hadden, een meisjes-
verhaal in elkander te zetten. Het is geen
heksentoer, om in dat genre iets dragelyks
voor den dag te brengen, maar meer dan dra-
gelijk zyn die verhalen dan ook vaak niet,
en het is zeer de vraag, of er eenig goeds van
uitgaat voor de vorming van het opgroeiend
vrouwely'k geslacht en of de uren, besteed
aan de lectuur van lange reeksen jonge-meisjes-
boeken, niet even prettig en oneindig veel
doeltreffender op andere wyze konden worden
gevuld.
Namen willen we hier niet noemen, maar
wie een fondscatalogus van den uitgever van
deze School-idyllen inziet, krygt eenig denk-
beeld van den stortvloed van meisjeslectuur,
uitgegoten over de hoofden van burgerscholie-
ren en kostschoolmeisjes. Ze schieten uit den
grond op als de mooie zwammen tegenwoordig
in het bosch, maar ze zyn lang niet zoo ver-
schillend van tinten en vormen, ze bieden in
de verste verte niet de ryke verscheidenheid
aan, die den weelderigen paddestoelengroei
kenmerkt.
Want deze "inktzwammetjes" zyn maar al
te dikwyls op wat mageren grond gegroeid,
en al is de echte inktzwam op 't punt van
zyn groeiplaats niet kieskeurig, de welig
opschietende geestesproducten, die ons als
meisjeslectuur worden voorgezet, zyn dat wél.
Zy moeten, om te slagen, gegroeid zyn op een
degelyk voorbereiden bodem, anders werken
ze maar al te licht de neiging tot oppervlak-
kigheid in de hand en de zucht om by zoetelyk
tydverdryf de uren zich aan elkander te laten
ry'gen.

  Het zyn niet  allen Tine van Berkens,  die
in de voetstappen  van deze schry'fster heb-
ben  trachten te  gaan, en haar  buitenland-
sche collega's, van wie we hier vertalingen in
menigte  zien verschenen,  kunnen op enkele
uitzonderingen na niet in haar schaduw staan.
 Om  de oude  quaestie van 't geroepen en  het
uitverkoren zyn, eens even  te pas te  brengen,
't is  ook hier waar, dat velen geroepen schjjnen,
en dat weinigen zyn uitverkoren.
  En het middelmatige werk in dit genre doet
vooral kwaad, omdat het genre zelf naar onze
meening niet  recht van harte  toejuiching ver-
dient. Onze jonge meisjes van zestien a achttien
leeren op school goede klassieke dingen ken-
nen  in   uren van letterkunde;  men moet
aannemen, dat haar  smaak  er gevormd  wordt
voor de waardeering van  het wezenlyk mooie,
laten ze  dan  ook in  de uitspanningsuren pro-
fiteeren van wat er goeds voor groote menschen
is geschreven.
  Ze doen dat trouwens, zooals wy allen weten,
en 't gevolg  is,  dat die zoogenaamde  jonge
damesboeken  in  handen  komen  van veel
jonger kinderen.  Een twaalfjarige hoorde ik
dezer dagen zeggen, dat ze Driftkopje verloofd
had  gekregen, en zoo gaat het met byna alles
in het genre,  't geen  werkelyk dikwy'ls jammer is, omdat veel van het echt gevoelde en mooie
erin  nog buiten het  bereik ligt van kinderen
van  dien  leeftijd.
  Het zou te wenschen zyn, dat het etiket
"voor jonge meisjes" maar verdween, en men
kan  er gerust op  wezen, dat wie wezenly'k iets
goeds kan leveren, zeer wel tot  uiting  zal
komen  ook zonder  dit noodbruggetje.
Top Naeff heeft met haar tooneelwerk De Genadeslag reeds getoond, wat zy vermocht, en zonder twyfel zal zij  later meer en ander werk leveren dan  dit  meisjesboek. 
Konden haar »School-idyllen" als hekkensluitertje dienen, wat zouden
ze een waardig slot vormen van de serie !
Het doet ons genoegen, het op verzoek der
redactie  te mogen  aankondigen,  want het is 
waarlyk een juweeltje in zyn soort. Het is zoo
vlot en prettig geschreven; er zit pit en leven-
digheid in en  gloed,  en de  karakterteekening
van  het  viertal leden van de "krans" is uit-
stekend  geslaagd. Kostelyke  schoolgrappen
worden er in verteld; de  guitige schry'fster
levert op  't randje af van gevaarlyke  lectuur,
zulke uiige ondeugendheden verzint ze,  haast
te uitlokkend  voor onze schoolmeisjes, om niet
eens  in  praktyk  te brengen. En de nadruk-
lyke, pittige manier van zeggen geeft een aar-
dig cachet aan de eenvoudigste dingen.


  Zoo by voorbeeld:  »'t Was handwerkles;
alle meisjes waren bezig aan een klein hemdje,
te groot  voor een pop en  te klein voor een
kind, nonsenswerk, waar geen sterveling plezier
van   had   volgens  Noes, die beweerde, liever
den  hongerdood  te  willen  sterven, dan met
naaien den kost  te  verdienen. Dat  van Jet
lag meer  onder de bank dan erop en  zag als
roet!  Alleen Jeanne had 't hare al af, keurig
schoon en werkte nu aan een dito broekje."
Jet, die van het zwarte hemdje,  is eigenly'k
de hoofdpersoon,  en een innig  sympathiek
heldinnetje is het;  by haar  ziekte en haar
dood  weet de schryfster zonder sentimentaliteit
ons  diep te ontroeren, zooals zy de lezers  in
het hart  weet te grijpen by  de beschriyving
van   den   concertavond met  dat eenvoudige,
maar  zoo treffend  tragische slot.
  Oudere  menschen  zullen niet  verzuimen,
met deze schoolidyllen kennis te maken, wan-
neer  zy ze toevallig in handen krygen.  Wie
het boek  opslaat, om  het te keuren qua lectuur
voor  een  jeugdig nichtje of  vriendinnetje, zal
lezen en  blyven lezen; de stroom van  frissche
opgewektheid voert hem mee of hy wil of niet,
en wie door Koppenols goedgeslaagde illustra-
ties  gelokt, meent, dat hy 't wel by prentjes
kyken zal laten, is, voor hy 't weet, naar den
tekst  afgedwaald en wordt langs 't zoete lyntje
meegenomen.
                   F. J. VAN UILDRIKS.