1936, 1e druk
Amsterdam, Van Holkema en Warendorf
Serie De goede kameraad
Omslag en bandtekening en illustraties Rie Reinderhoff
1949, 3e druk
Amsterdam, Van Holkema en Warendorf
Omslag en bandtekening van Hans Borrebach (1e
uitg. 1936)
ca. 1960, 7e druk
Amsterdam, Van Holkema en Warendorf
>>
recensie het Vaderland, 1 december 1936 |
Hoofdpersonen:
Hanna van Eek en Bob van Hemert
Inhoud:
Hanna, het artistieke,
jongere zusje van Frans van Eek, maakt met haar achterneef Bob een
vakantiereisje.
Bob en Hanna, twee jonge mensen die elkaar van kind af gekend hebben en altijd
vriendschappelijk met elkaar hebben omgegaan, zijn uitgenodigd om
een paar weken te komen logeren in de pastorie van een kleine Friese
gemeente, waar Tim Huizinga na zijn huwelijk met Miek ter Hegge
(lees "Mieks moeilijkheden") beroepen is.
Luchthartig als zij zijn en belust op uitgangetjes en pretjes, lijkt
het hun beiden maar taai en vervelend daar in die negorij in het
noorden -zoals ze het noemen- maar aan de andere kant zijn ze toch
wel nieuwsgierig hoe ze Tim en Miek als dominee en domineese zullen
aantreffen.
Al spoedig blijkt dat zowel Bob als Hanna hun oppervlakkige leventje meer dan beu. zijn en mede door het buurjongetje Daantje - dat
een grote rol in hun leven gaat spelen - komt een ommekeer bij
beiden tot stand, die zij zelf niet voor mogelijk hadden gehouden.
Hoewel ze van elkaar houden, durft Hanna,
hun lichtzinnige liefdesavonturen indachtig, een relatie met Bob
niet aan. Daantje fungeert als Cupido…
Dit is het derde deel uit de zogenaamde serie van
13 boeken. Deze boeken vormen samen een geheel.
De personen van dit komen we in andere delen ook
weer tegen.
De Nieuwe Rotterdammer Courant:
"Het boek heeft de kwaliteiten, die wij van het werk dezer schrijfster gewend
zijn: een stevige compositie, levendige, soms van humor doortintelde
verteltrant, een uitstekende, karakteriserende dialoog, gevoel voor
natuurschoon, een gevoelsinhoud onder die feiten."
|