Portret van J.J.A. Goeverneur, door G.J. Thieme.

 

J.J.A Goeverneur (1809-1889)

Jan Jacob Antonie Goeverneur werd op 14 februari 1798 geboren als zoon van een predikant in Hoevelaken.

In 1825 begon hij een studie theologie in Groningen. Tijdens de studie werd hij ruim een jaar geveld door ziekte. Van 1830 tot 1833 was hij vrijwilliger in de 3de Dvisie van generaal Meijer en maakte de Tiendaagse Veldtocht ten Belgie mee. Na gedurende twee jaar rechten en letteren te hebben gestudeerd in Leiden, vestigde Goeverneur zich definitief in Groningen.

Goeverneur leefde van zijn pen. Het is onbekend hoeveel boeken hij geschreven of bewerkt heeft, omdat hij vaak onder pseudoniem schreef. Voor volwassen was hij bijvoorbeeld "Jan de Rijmer", voor kinderen "Oom Jan".
Meest bekende werken van Goeverneur zijn 'Reizen en avonturen van Mijnheer Prikkebeen', dat hij baseerde op Rodolphe Topher's 'Monsieur Cryptograme' en het gedicht 'Mop en Mopje':

Toen onze mop een mopje was,
Was 't aardig hem te zien;
Nu bromt hij alle dagen
En bijt nog buitendien.

'Je bent een recht bedorven dier!
Eerst at jé, wat ik bood;
Nu wil je lekkre beetjes
En lust niet eens meer brood.'

De mop zie hierop tot de knaap:
'Hoe dwaas praat gij daar toch!
Hadt gij mij niet bedorven,
'k Was een lief mopje nog.'
Goeverneur schreef graag voor kinderen, en bij hem was naast of in plaats van de  gebruikelijke moraal en braafheid, zeker sprake van spanning en humor.

In de kinderboeken van Goeverneur durven de kinderen ruzie te maken of een appel te stelen. Hierop volgt natuurlijk wel de gebruikelijke spijt. Dit is toch wezenlijk anders dan bijvoorbeeld bij "De brave Hendrik" van Anslijn, waar bij Hendrik zelfs de verkeerde gedachten niet opkomen