Annie
Salomons groeide op in een statig huis op het terrein van de gasfabriek,
waarvan haar vader directeur was, in de Oranjeboomstraat te Rotterdam (Feijenoord).
Annie was een eenzaam
jong meisje. Toen ze vier jaar was ging haar oudere zusje naar school en
dat vond Annie erg. Het Rotterdamse huis voelde leeg aan. Om die leegte
op te vullen begon Annie zichzelf verhaaltjes te vertellen. Annie was
als klein kind niet echt gelukkig. Angsten beheersten haar jonge leven
en ze voelde zich 'zondaar'.
Na de lagere school
volgende de meisjes-H.B.S. en een Erasmiaans gymnasium. Ze blonk uit in
het maken van opstellen en ook kon zij goed declameren. Als extranea
haalde zij daar in 1905 het diploma gymnasium-alpha.
Aan het culturele leven in Rotterdam nam zij volop deel. Er was het
Leeskabinet, de Kunstkring met fraaie, kleine tentoonstellingen en de
concerten in de sociëteit "Den Doele". Toen zij achttien jaar
was, werd zij lid van de Vereniging van Letterkundigen.
Na haar diploma ging
Annie Nederlands studeren in Leiden (1905-1907). Zij volgde haar zuster,
met wie zij ook in Leiden samenwoonde, naar Utrecht, maar in 1910 zette
zij een punt achter de studie, zonder ooit, in tegenstelling tot haar
zuster, een examen gedaan te hebben. Zij ging weer bij haar ouders
wonen, die inmiddels verhuisd waren naar Den Haag.
Het gezag van de moeder was groot. Zonder haar toestemming kon Annie
geen uitnodiging van een heer aannemen en kon bijv. zij geen
lezingen in Londen bijwonen. Pas
met haar huwelijk met Henri Van Wageningen verliet Annie het ouderlijk
milieu. Het jonge paar vestigde zich in Medan, waar haar echtgenoot de
advocatuur uitoefende. Omdat Annie niet tegen het klimaat kon, keerden
zij in 1927 terug naar Nederland (Rotterdam). In 1928 vestigden zij zich
in Utrecht, in 1932 in Den Haag; in beide plaatsen was de man rechter.
Na zijn overlijden bleef Annie haar verdere levensjaren in Den Haag
wonen, met een onderbreking wegens gedwongen evacuatie in bezettingstijd
(1942-1945: Kerk-Avezaath, Amersfoort). Een groot verdriet gaf het overlijden van haar
echtgenoot in 1941 dat nooit overging maar na jaren draaglijk werd. Een grote troost en
steun hierbij was haar grote vriendenkring, die haar koesterde en
waardeerde om haar innig begrip voor al het menselijke. Annie
debuteerde met een viertal poëziebundels, maar haar grote roem
vergaarde zij met haar prozadebuut in 1907: "Een
meisje-studentje".
Haar grote roem vergaarde Annie met haar roman Een
meisjes-studentje (1907). Dit boek, dat stof liet opwaaien tot in
Indië toe, was een roman over de verwording van het eens zo serieuze
studenten-leven tot een frivool bestaan. Annie studeerde dan ook niet
af, waarschijnlijk uit desillusie.
Eind 1924 trouwde ze en kort daarna verhuisde ze naar Indië. Eenmaal
teruggekeerd, vestigden ze zich in Utrecht en later in Den Haag.
Annie kenden de groten van haar tijd zoals Lodewijk van Deyssel,
Frederik van Eeden, Louis Couperus, J.H.Leopold, Carry van bruggen, Top
Naeff en Inda Boudier. Haar wedervaardigheden met hen en anderen legde
ze vast in twee delen Herinneringen aan schrijvers die ik persoonlijk
gekend heb en later in Herinneringen uit den ouden tijd. Ook
publiceerde ze in tijdschriften als De Nieuwe Groene.
Voor haar werk ontving Annie Salomons veel waardering. De Koningin
kende haar een onderscheiding toe: Officier in de Orde van Oranje-Nassau
bij bevordering. Zij was erelid van de Nederlandse afdeling van de
PEN-club (Wereldbond van schrijvers) en sinds 1975 erelid van de
Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. In 1978 ontving zij de
vijfjaarlijkse Jacobsonprijs van het Tollensfonds.
Haar privé-leven niet altijd zo gelukkig: het overlijden van haar
echtgenoot Han van Wageningen in 1941 veroorzaakte een groot verdriet,
dat nooit overging maar na jaren draaglijk werd. Een grote troost en
steun hierbij was haar grote vriendenkring, die haar koesterde en
waardeerde om haar innig begrip voor al het menselijke.
Anna Salomons overleed op 16 januari 1980, op de leeftijd van 94
jaar. In haar Toen en nu schreef ze over de naderende dood:
"De grote momenten van het leven: geboorte, liefde en dood zullen
toch altijd dezelfde blijven. Ik bereid me dankbaar op het laatste
voor." |